Ga naar pagina inhoud

Hoe Nederland de wereld duurzaam voedt

27 OKTOBER 2019

In de aanloop naar ImpactFest, Europa’s grootste impact-meetup op 5 november, kijken we naar het impact-ecosysteem in ImpactCity – Den Haag en de huidige impact-ontwikkelingen, trends en innovaties. ImpactCity faciliteert ondernemers, van startups tot gevestigde bedrijven, NGO’s en impact-investeerders die ‘goed doen’ combineren met zakendoen met een speciale infrastructuur. Door middel van huisvesting, financieringsmogelijkheden en een ongelooflijk ondersteunend partnernetwerk, krijgen innovaties voor een betere wereld de best mogelijke voedingsbodem om te floreren.

Toen Jonathan Webb in 2008 zijn universitaire studies afrondde, waren banen schaars. De wereld bevond zich in een diepe economische recessie. De jongeman uit Kentucky had de mogelijkheid om kolen te gaan verkopen, de oude economische motor van de Appalachen in het oosten van de VS. Hij koos voor een ander pad.

Webb staat aan het roer van een duurzame agrarische tech-onderneming die hij twee jaar geleden lanceerde, genaamd AppHarvest. Zijn visie is om milieuvriendelijk, hulpbron-efficiënt, lokaal geteeld voedsel in Oost-Kentucky te introduceren om sociale en economische verwoesting tegen te gaan die door een instortende steenkoolindustrie wordt veroorzaakt.

De eerste tastbare realisatie van die visie is momenteel in ontwikkeling: een ultramoderne kas van 256.000 vierkante meter met 285 werknemers en een jaarlijkse groei van 20 miljoen kilo verse producten. De digitaal gecontroleerde, chemicaliën vrije, energie- en water-efficiënte faciliteit wordt de grootste in zijn soort in de VS.

“Uiteindelijk is ons doel om ons aan te passen aan de natuur”, zegt Webb. “De meeste industrieën bull-dozen over de top van de natuur en haar natuurlijke systemen. We willen juist zo duurzaam mogelijk ontwerpen. ”

Om te helpen bij de uitvoering wendde Webb zich tot Nederland, de wereldleider in duurzame landbouw.

“Sinds ik AppHarvest heb opgericht, heb ik keer op keer gezegd dat de Verenigde Staten van Nederland moeten leren, want het is de wereldleider in agtech”, zei Webb in mei op de Global Entrepreneurship Summit in Den Haag, waar het werd aangekondigd dat AppHarvest zou samenwerken met kassen fabrikant Dalsem uit Den Hoorn.

Nederland is de op één na grootste agrarische exporteur ter wereld, achter de VS. Vorig jaar verscheepte het Europese land € 90,1 miljard aan goederen, vergeleken met de € 125 miljard van de VS. Alles werd geproduceerd op een stuk land dat 41.500 vierkante kilometer is in vergelijking met de 9,8 miljoen vierkante kilometer Amerikaans grondgebied.

Nederland heeft dit outputniveau alleen bereikt door prioriteit te geven aan extreme hulpbronnenefficiëntie en door voorop te lopen in de ontwikkeling van de technologie die dit mogelijk maakt. De machine die technologische innovatie aandrijft is de Wageningen University & Research.

“Het is schokkend, het verschil tussen Wageningen en de landbouwuniversiteiten hier [in de VS]”, zegt Webb. “Er is daar robotica, kunstmatige intelligentie. Er is enthousiasme over landbouw als een technische sector die je hier niet ziet. ”

Die enthousiasme heeft een innovatiecultuur mogelijk gemaakt die verder reikt dan de muren van de universiteit en uitgroeit tot een groeiend ecosysteem voor het opstarten van voedsel en landbouw dat duurzaamheid benadrukt. Nederlandse startups ontwikkelen oplossingen in het gehele voedselsysteem, van milieuvriendelijke gewasbehandelingen, zoals de bio-fungiciden die Wageningen-spin-out Ceradis ontwikkelt; tot aan het volgen van dierenwelzijn, mogelijk gemaakt door MastiLine’s melkkoeien-monitors; en voedselverspilling, iets wat Conscious Kitchen in Den Haag aanpakt met gezonde, creatieve maaltijden.

Sommigen verleggen echt hun creatieve grenzen, zoals de floating dairy farm in Rotterdam, die laat zien hoe voedsel kan worden geproduceerd op een circulaire en klimaat adaptieve manier, op de plaats waar mensen wonen.

Collaboratieve cultuur

Te midden van de druk op het wereldwijde voedselsysteem, aangespoord door toenemende effecten van klimaatverandering en een groeiende wereldbevolking, wenden andere landen zich tot Nederland voor inspiratie en ondersteuning bij duurzame landbouw. En het dienen als wereldwijde mentor lijkt een rol te zijn die de Nederlanders graag willen vervullen.

Webb prijst bijvoorbeeld Dalsems ‘hands-on’ benadering van het AppHarvest-project. “Voor hen is het niet een simpele transactie. Dalsems heeft in een vroeg stadium veel tijd en middelen gestoken in het project, wat cruciaal was om het te laten slagen. Dat doen ze overal ter wereld. ‘

De projecten van het bedrijf omvatten inderdaad een volledig geautomatiseerde tomatenfabriek van 70.000 vierkante meter in China; een indoor bloemenkwekerij van 120.000 vierkante meter in Rusland; een kas van 130.500 vierkante meter voor kweken van paprika’s in thuisland Nederland; en een tomatenkwekerij van 238.000 vierkante meter in Mexico.

Tijdens de aankondiging van het AppHarvest-Dalsem partnerschap in Den Haag zei Carola Schouten, vicepremier en minister van Landbouw van Nederland: “Dit is een goed voorbeeld van hoe internationale samenwerking kan bijdragen aan duurzame, circulaire voedselsystemen.”

Een ander voorbeeld is de Agri Food Traction Tour van vorig jaar, georganiseerd door NL Enterprise Agency in Den Haag. De diplomatieke missies van de Nederlandse ambassade in Australië, KPMG Australië en agtech venture capital-onderneming AgFunder. Het doel van de tour was om de leiders van de voedsel- en landbouwsector van Australië kennis te laten maken met baanbrekende Nederlandse technologieën en de adaptatie van technologie in Australië te versnellen.

In een rapport over de Tour merkten de organisatoren op dat “de pure investering in geavanceerde technologische ontwikkeling is wat [Nederland] onderscheidt.” Maar het belangrijkste wat de Australische delegatie uit de tour haalde, was het belang van samenwerking en kennisuitwisseling.

“Van de vele lessen die we van Nederland hebben geleerd, is de meest bruikbare en relevante die van het bundelen van krachten, samenwerking.”, schreven de auteurs van het rapport. “Er is schijnbaar een standaard mind-set in Nederland om dingen sneller te doen, met grotere schaal en impact. Deze mentaliteit heeft geresulteerd in de oprichting van technische- en productie-clusters en centers of excellence in heel Nederland. ”

Die mentaliteit is iets dat Webb mee terug wilt nemen naar Oost-Kentucky om zowel het lokale voedselsysteem te herformuleren als bewuste economische activiteit in de gemeenschap te introduceren. “Er zijn duizenden bedrijven die [landbouw] in Nederland ondersteunen. We willen hier een ecosysteem ontwikkelen. En niet alleen door kassen te bouwen, maar door de hele industrie te bouwen – door zelfs hier het glas voor de kassen te maken. ”

Inbound innovatie

Nederland blinkt uit in het opbouwen van zijn eigen talent en het wereldwijd exporteren van zijn expertise op het gebied van duurzame landbouw. Maar het land zou kunnen profiteren van het aantrekken van internationaal talent. Met name op het vlak van startups die in een vroeg stadium ervoor kunnen kiezen een kantoor te starten of hun bedrijven in Nederland te laten groeien vanwege de beschikbaarheid van middelen en expertise.

“Er gebeurt heel veel om de startups te ondersteunen die er zijn, maar Nederland heeft nog ruimte wat betreft het aantrekken van nieuwe internationale startups”, zegt Mark Durno met startup-accelerator Rockstart. “Het agtech-ecosysteem is zeer regionaal en nationaal gericht.”

Rockstart, dat sociale ondernemingen ondersteunt via haar thematische programma’s in Nederland en Denemarken, heeft dit jaar een agrifood-track- en venture-fonds gelanceerd om deze ecosysteem kloof te helpen dichten.

“We willen internationale startups activeren en toegang geven tot de enorme hoeveelheid particuliere investeringen, onderzoek en ontwikkeling, academische instellingen en zwaargewichten van bedrijven in Nederland en Denemarken,” zegt Durno.

Het eerste cohort van Rockstart Agrifood werkt met tien startups afkomstig uit Chili, Denemarken, Finland, India, Italië en Zweden. De duurzaamheidsvraagstukken die ze aanpakken zijn breed. Van precisielandbouw tot het verminderen van overmatig gebruik van meststoffen (Vultus uit Zweden), tot traceerbaarheid van de voedselvoorzieningsketen (Wenda uit Italië), het ondersteuning van kleine boeren met toegang tot machines (India’s Tractor Junction) en markten (India’s KrishiHub).

“Nederland bevindt zich in een uitstekende positie om een ​​wereldleider in agrifood te zijn”, merkt Durno op. “Dat is het al, in de opschalings- en bedrijfsfase. Nu hoeft het alleen nog maar internationaal potentieel te activeren en de leiding nemen op startup niveau. ”

Wil je meer weten over de Nederlandse horticulture en agtech industrie en innovatie? Neem deel aan meetup session hosted by Horti Heroes and FoodStars ‘Supercharge innovation within the food & flower industry – horticulture & agtech‘, maar ga ook in gesprek met but innovative bedrijven zoals Conscious Kitchen die aanwezig zullen zijn op ImpactFest op 5 November: www.impactfest.nl